beschermde flora of fauna aanwezig is. Ook Zeeuwse organi saties zoals de waterschappen, terreinbeheerders en gemeen ten werken met goedgekeurde gedragscodes. Een veel voorko mend instrument in die gedragscodes is het werken met een natuurkalender. Hierin staat opgenomen in welke periodes van het jaar de werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. Natuurtoetsen en Ontheffingen Een maatschappij als de onze is constant in beweging. Iedere dag zijn we aan het verbouwen, ontwikkelen, beheren, her- inrichten en dergelijke. Bij al deze ruimtelijke ingrepen kun nen beschermde dieren in het geding zijn. Om daar zeker van te zijn moet voorafgaand dat aan de ingrepen eerst worden geïnventariseerd. Na een eerste inspectie - een zogenaamde Quickscan - kan een uitgebreider vervolgonderzoek nodig zijn en moet eventueel ontheffing worden aangevraagd. Sinds het van kracht worden van de Flora- en Faunawet ligt hier dus een flinke hoeveelheid werk. Een gat in de markt waarop het be drijfsleven enthousiast inspringt. Veel adviesbedrijven voeren de inventarisaties uit. De kwaliteit van die inventarisaties blijkt onderling sterk te verschillen en de kritiek op de rapportages neemt toe. Er wordt flink 'geshopt' om gegevens bij natuur- clubs te krijgen, en de veldbezoeken blijken vaak erg vluchtig te worden uitgevoerd. Het komt de opdrachtgevers natuurlijk ook best goed uit als er geen beschermde waterspitsmuis ge vonden wordt. Zolang er geen duidelijke criteria zijn waaraan de toetsen moeten voldoen, is dit beschermingsinstrument weinig effectief. Ontheffingen worden slechts zeer zelden aangevraagd. Er zijn in Zeeland maar weinig voorbeelden van plannen die moesten worden aangepast omdat er beschermde zoogdiersoorten in het geding zijn. Zoogdieren worden zo on voldoende beschermd. Zeeuwse beschermde zoogdiersoorten Zoals hierboven weergegeven is er een hele trits aan wet ten en beleidsplannen, waarin zoogdieren genoemd worden. Hieronder geven we een overzicht van de plaats die Zeeuwse zoogdieren daarin hebben. Een dergelijk overzicht kan wel snel veranderen. Opgenomen zijn immers alleen Zeeuwse soorten. Een zeldzame niet- Zeeuwse soort, zoals de Bechsteins vleermuis, kan in onze streek zomaar opduiken, waarmee de soort tegelijk ook in on derstaand overzicht opgenomen dient te worden. Daarnaast worden ook de talrijke wetten en beleidsdocumen ten regelmatig aangepast. De tabel geeft dus een overzicht van de situatie op het einde van 2009. In verband met de over zichtelijkheid is de tabel niet volledig. Er zijn geen zeezoogdie ren opgenomen, behalve de zeehondensoorten en de bruinvis. Achtereenvolgens geeft de tabel een overzicht van: De Flora- en Faunawet, Tabel 1, 2 en 3 soorten, gedragscode soorten De Habitatrichtlijnsoorten waarbij het bijlage nummer wordt genoemd; De status op de Nederlandse Rode lijst; De status op de Internationale Rode lijst; De Conventie van Bonn, Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten, met de bijlagennummers; De Conventie van Bern, Verdrag inzake het behoud van wilde dier en plantensoorten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa, met de bijlagennummers; De ITZ criteria (Internationaal belang, Trend en Zeldzaamheid); Nationale doelsoort; GCS: Gedragscodesoort (HR IV bijlage 4 van Habitatrichtlijn, AMvB strikt te beschermen soorten, Over Overige soorten); APZ: Aandachtssoort van de Provincie Zeeland, (a aan dachtssoort voor het soortenbeleid, G aandachtssoort voor het gebiedenbeleid, i incidentele soort). Zoogdierbescherming en beheer in de praktijk Er is in Zeeland een brede waaier aan vormen van zoogdier bescherming door actief beheer. Deze variëren van algemene maatregelen, gericht op biotoopverbetering en daarmee op een brede groep van planten en dieren, tot de heel soortspe cifieke beschermingsplannen, gericht op het behoud van een enkele soort. Daarnaast zijn er ook veel initiatieven gericht op de opvang van individuele exemplaren, zoals gewonde ver keersslachtoffers. EHS, doelsoorten en leefgebiedenbenadering In de publicatie van het Natuurbeleidsplan in 1990, werd de vorming van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) opgeno men. De EHS is een samenhangend netwerk van natuurgebie den in Nederland. De belangrijkste natuurgebieden in Neder land worden met elkaar verbonden, zodat ook niet vliegende dieren zoals de meeste zoogdieren zich van het ene naar het andere leefgebied kunnen verplaatsen. Ook in Zeeland is de ontwikkeling van de EHS voortvarend opgepakt. In het Handboek Natuurdoeltypen (eerste versie 1995, herzie ne versie 2002) zijn ook zogenaamde doelsoorten opgenomen. Doelsoorten hebben een meervoudige bedoeling: In de eerste plaats zijn het graadmeters voor de biodiversiteit. Ten tweede zijn het de soorten waarop het natuurbeleid is gericht. Uit gangspunt daarbij is dat deze doelsoorten in 2018, bij de vol tooiing van de EHS, in levensvatbare populaties aanwezig zijn. De Provincie Zeeland heeft in de Nota Soortenbeleid aange geven welke Zeeuwse doelsoorten er zijn, daarnaast is er een lijst met Zeeuwse aandachtssoorten. Aandachtssoorten zijn de meest zeldzame en bedreigde doelsoorten in Zeeland die onvoldoende van het gangbare gebiedsgerichte natuur- en milieubeleid kunnen profiteren en waarvoor aanvullende, soortspecifieke maatregelen moeten worden getroffen. Een overzicht van de Zeeuwse doelsoorten en aandachtssoorten wordt gegeven in bijgaande tabel. Een landelijk zeldzame soort als de ondergrondse woelmuis valt onder een van de lichtste beschermingsregimes. Maar juist omdat het een doelsoort is, wordt er in het beheer van gebieden met deze soort rekening gehouden. Fauna Zeetancfica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 46