VERANTWOORDING door Jan Piet Bekker Zoogdieren in Zeefanef 47 De kern van de uitgave over de zoogdieren in de reeks Fauna Zeelandica bestaat uit de soortbesprekingen. In de opbouw van die soortbesprekingen staat steeds centraal de plaats die de betreffende soort inneemt in Zeeland; dit is tenslotte een Zeeuwse atlas. De verspreidingskaart is het uiteindelijke pro duct waar ook, naar verwachting de meeste aandacht van de lezer naar uit zal gaan. De vraag waar de redactie zich voor geplaatst zag was: hoe krijg je in die 81 soortbesprekingen de aandacht van de lezer steeds op een natuurlijke manier op de te behandelen soort gericht. Daarom is de keus gemaakt om door een persoonlijk getinte intro van de betreffende auteur de betrokkenheid met dat zoogdier van de schrijver te laten uitkomen in een anekdote. Dit kon gaan over de bijzondere omstandigheden van een bepaalde waarneming maar ook de frustratie wanneer de waarneming van een soort net werd ge mist. Foto's zouden bij voorkeur moeten komen van Zeeuwse dieren. Daar waar dat niet is gelukt, is uitgeweken naar de foto's van buiten Zeeland. Bij het schrijven moeten vaak keuzes worden gemaakt; hier onder worden de belangrijkste achtergronden vermeld en kort toegelicht. Alle in Zeeland voorkomende soorten land- en zeezoogdieren worden behandeld: van algemene, trekkende tot zeldzame soorten. Exoten of ontsnapte zoogdieren - bijvoorbeeld Sibe rische grondeekhoorn of moeflon - die elders in West-Europa een stabiele populatie kunnen vormen, zijn ook opgenomen. Soorten als prairiehond of Afrikaans stekelvarken die voor korte tijd hebben losgelopen in Zeeland, maar die in Zeeland geen geschikt habitat hebben, zijn niet vermeld. De waarnemingen in deze atlas zijn gedaan van 1-1-1989 tot en met 31-12-2008. Daarmee sluit de waarnemingsperiode aan op de periode die de Atlas van de Nederlandse zoogdie ren beslaat: van 1-1-1970 tot en met 31-12-1988. Wel zijn er oude waarnemingen opgenomen van de zeldzame grotere roofdieren als steenmarter, otter en das, om een begrijpelijke verbinding te leggen met het verleden. Ook voor de eekhoorn zijn oude waarnemingen vermeld omdat juist van deze soort oude introducties bekend zijn. Voor de vermelding van de zeldzame robben, dolfijnen en walvissen is gekozen omdat in geen enkele tot nu toe verschenen Nederlandse atlas deze soortgroepen worden behandeld. Zeeland is wat dat betreft de provincie waar 'zee' en 'land' het meest met elkaar verbonden en verweven zijn. De determinatie van zoogdieren is meestal goed te doen. Zo zal er geen vergissing bestaan bij het vaststellen van soorten als egel, mol of bunzing. Het verschil tussen soorten als haas en konijn of wezel en hermelijn is onder ideale omstandighe den goed te doen, maar als de observatieperiode korter is of de lichtomstandigheden zijn slechter, dan is het onderscheid direct al weer veel moeilijker. Van de vaste waarnemers, zoals de leden van de Zoogdierwerkgroep Zeeland, kan verwacht worden dat zij de verschillen goed kennen of bij twijfel de waarneming niet vastleggen. Voor andere waarnemers was het mogelijk door middel van het vermelden van de waar schijnlijkheid, hoe die waarneming moest worden ingeschat: 'zeker' of 'mogelijk'. Onverwachte waarnemingen werden ge checkt, waarbij een zorgvuldige beschrijving, eventueel van meerdere waarnemers of bewijsmateriaal in de vorm van foto's of geluidsopnamen, ertoe geleid hebben waarnemingen te accepteren. In een aantal gevallen is in deze atlas specifiek melding gemaakt van de onzekerheden waarmee een bepaal de waarneming is gedaan. De waarnemingen in het bestand die zijn aangeduid als 'spits muizen', 'huis-veldspitsmuis', 'vleermuizen', 'haasachtigen', 'veldmuis/aardmuis, aardmuis/noordse woelmuis' en 'wezel hermelijn' zijn voor deze atlas niet gebruikt. Daarentegen zijn 'baardvleermuisspec.' en 'baardvleermuis' beide beschouwd als gewone baardvleermuis. Dit omdat is gebleken dat bij het deel van de baardvleermuizen dat is bekeken op gebitskenmerken, het steeds bleek te gaan om de gewone baardvleermuis. Voor exemplaren die waren gedetermineerd als 'grootoorvleermuis' is er van uit gegaan dat dit steeds de 'gewone grootoorvleer muis' betrof. Hetzelfde geldt voor 'ratten' als 'bruine rat' en 'zeehond' als 'gewone zeehond'. Bij deze laatste aanname is het niet uitgesloten dat de 'grijze zeehond' wel eens ten on rechte is gemist. Overigens, voor geen van deze soorten zal het uiteindelijke kaartbeeld er anders uitzien, want daarvoor zijn de aantallen waarnemingen van respectievelijk, 'gewone baardvleermuis', gewone grootoorvleermuis', 'bruine rat' en 'gewone zeehond' te groot en te verspreid. Voor de wetenschappelijke naamgeving is Mammal species of the world (Wilson Et Reeder, 2005) als leidraad gehanteerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 51