Huisspitsmuis komt uit holletje. huisspitsmuizen ook opvallende, zichtbaar kort behaarde zijklieren, die een specifieke muskusgeur verspreiden: goed te ruiken in de tuin of in huis, indien aanwezig. De keutels zijn brijig en opvallend groot. Gedrag Met de veldspitsmuis behoort de huisspitsmuis tot een geslacht dat van oorsprong uit de tropen afkomstig is en daarom warmteminnend is. Daarom moeten ze bij koude omstandigheden wel eens gebruik maken van de mogelijk heid de lichaamstemperatuur wat te laten zakken, geen echte winterslaap, maar gewoon de thermostaat een paar stapjes lager. Huisspitsmuizen lijken het beste te gedijen in open structuren die snel opgewarmd worden door invallend zonlicht. Verder zijn ze op de een of andere manier vaak ge bonden aan steen, of dat nu natuurlijke rotsformaties zijn of door mensen gestapelde stenen of puin. De naam huis spitsmuis is daarom goed gekozen. Ook in tuinen waar de meest dichte ruigte door de mens wordt verwijderd, gedijt de huisspitsmuis goed. Verder bieden composthopen voor deze soort zowel een geschikt onderkomen als een veelheid aan voedsel in de vorm van verschillende ongewervelde dieren. Met een beetje goede wil kan je huisspitsmuizen sociaal noemen: ook buiten de paartijd zijn exemplaren van beide geslachten in een nest te vinden. Alleen wanneer er jongen zijn, worden de vrouwtjes onverdraagzamer naar andere exemplaren. De jongen zijn voor muizenbegrippen nog lang afhankelijk van het vrouwtje. Eerst worden ze ge regeld versleept, soms naar een nieuw nest, en het vrouw tje pendelt net zo lang heen en weer totdat er niet meer gepiept wordt in het oude nest. Later neemt het vrouwtje de jongen nog geregeld op sleeptouw, letterlijk: zodra ze voldoende kunnen kruipen bijten de jongen instinctief in de vacht bij de staartwortel van de moeder of bij elkaar. Met de zo gevormde karavaan trekt het vrouwtje naar veelbe lovende plaatsen. Verspreiding De huisspitsmuis komt voor in West-Europa vanaf het Iberische schiereiland tot aan het noorden van Nederland, Zoogdieren in Zeeland 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 67