O
O
O
o/o veldspitsmuis in braakballen (Z-VL) (stipgrootte gekoppeld aan aantal geplozen prooidieren)
9
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Verspreiding
De verspreiding van de veldspitsmuis in Europa loopt als een
brede band van Bretagne en Zeeuws-Vlaanderen (inderdaad!)
aan de noordkant schuin over Nederland door Duitsland en
Zuid Polen en aan de zuidkant midden door Frankrijk, over ge
heel Italië, Griekenland, en verder rondom de Zwarte Zee naar
het oosten tot aan de west- en zuidzijde van de Kaspische Zee.
In Nederland werd de veldspitsmuis vroeger waargenomen in
Limburg; recent wordt de soort daar niet meer aangetroffen.
Alleen in Twente en het zuidoosten van Drenthe wordt de
veldspitsmuis nog geregeld aangetroffen. In het aan Zeeuws-
Vlaanderen grenzende deel van Vlaanderen is de veldspitsmuis
ook bekend; de dichtheid lijkt daar echter lager te zijn dan
in Zeeuws-Vlaanderen. In heel Europa is er trouwens sprake
van een achteruitgang in de populatie. Deze is duidelijk in de
zuidelijke delen maar wisselt in het noordwestelijke deel van
het verspreidingsgebied.
In Zeeland
De veldspitsmuis is door middel van vangsten en door braak-
balonderzoek in alle uurhokken in Zeeuws-Vlaanderen vastge
steld, een enkel grenshok uitgezonderd. In bijna elke braakbal-
partij van een kerkuil met meer dan 150 prooidieren werden
velspitsmuizen gevonden. Meestal is het aantal huisspitsmui
zen groter, maar in enkele gevallen heeft de veldspitsmuis de
overhand. Er is geen enkele vangst of vondst buiten deze re
gio in het Zeeuwse bekend; de barrière van de Westerschelde
blijkt daarvoor te groot.
Het percentage veldspitsmuizen in braakballen, alleen die van
Zeeuws-Vlaanderen, varieert meestal van ruim twee tot zo'n
vier procent; een duidelijke negatieve trend valt niet aan te
wijzen. De verdeling van de soorten waarnemingen bestaat
voor meer dan 95 procent uit braakballen. Het resterende
gedeelte van de waarnemingen bestaan uit vangsten met in-
loopvallen of die van de kat.
Verder onderzoek
In Zeeuws-Vlaanderen wordt al lang intensief braakbalon-
derzoek verricht. Het lijkt zo te zijn dat de veldspitsmuis ge
durende de jaren zeker niet zeldzamer is geworden. Het zou
goed zijn nader te onderzoeken hoe de trend over de laatste
halve eeuw is geweest. Ook zou het aanbeveling verdienen uit
te zoeken of er specifieke eisen door de veldspitsmuis gesteld
worden aan de leefomgeving. Vaak wordt hierbij gekeken naar
de plantengroei, maar ook het voorkomen van insecten of an
dere geleedpotigen zouden bij het succes van veldspitsmuizen
een sleutelrol kunnen vervullen. De binding aan de warmere,
op het zuiden blootgestelde dijkvakken zou ook nader onder
zocht moeten worden. Veldspitsmuizen lijken ook vaker te
worden gevangen onder hopen gras of hooi. Of de grootte
van een populatie beinvloedt kan worden door een aangepast
maaibeheer en het laten liggen van het hopen gras of hooi,
zou nader uitgezocht moeten worden.
verdeling waarnemingen
veldspitsmuis (n=1059)
braakbal
valvangst
prooi kat
66 Fauna Zeetandica