40
DE DOOFSGEZINDEH
de heer drossaard, mr. Cornolis Liens, te dezer
zake uitbragt voor den magistraat van St. Maartens
dijk en van hetgene de magistraatspersonen te dezen
besloten. Het is van den volgenden inhoud
De Magisstraet gehoord en verstaen de voorstel-
linge van den Drost, Mr. Corns. Liens, hierinne
wesentlyk bestaende: dat die van de bijgenaemde
wederdooperen hem Drost souden aengeklaegd heb-
bendat si seer onfatsoenlyck jegens alle reden
orden en gebruyck in hunne welgeregeleerde
eenzame stille vergaderingen by admissie van hoo-
ger hand toegestaentot noch toe wier den getur-
beertgesteurtselffs sonder aenvangen godsdienst
te vermogen vol treekken, en dat voornamentlyk in
hunne jongste byeencompste, op soodanigen dateet
wesende den 14 Januarij 1634, alwaer zy doleerden
u gclyck den dag gesleten te hebben in onnutteon-
der twist met de Predicantenmet afpersen tot
nootdwanck van conferentie en onderhandel over
religions-zaekenversochten algedienstig (hoewel on-
geerne) gedisputeert te mogen werden, van de in-
hibitie der overmagten en de weten hen ordonne-
ren ter contrarie; daerbenevens van dese soo veyle
®n geduerige steumissen van haere vergaderingen
voorgemeld, dat immers deselve mogten belet en
afgeschaft werdensoo daer en met orderals den
Magistraet best soude te raede syndes te meer
dat sy voorwetig wel vertrouwdenwat aenschryven
hij Drost van syne prineipaelen daerover voorbercits
ontfangen hadde.