BRIEF. 63 Inzonderheid wist hij Petrus Datheen en Herman Moded aan zich te verbinden, en door deze op het volk te werkendie dan soms op de dolzinnigste wij ze van den predikstoel tegen den prins en den vrede handel uitvoerenen zelfs de bloote toelating van de uitoefening der Koomsche godsdienst als een godde loos" werk uitkreten. Te midden van deze spanning en bepaaldelijk om de opgewondene Gentenaren tot bedaren te brengen worden er door den aartshertogden prins en de algemeene Staten, afgevaardigden naar de genoemde stad gezonden ten einde in vereeniging met den En- gelschen ambassadeurhet bestuur en de bevolking van het onvoegzame en onregtmatige des gehoudenen gedragsware het mogelijk, te overtuigen. Elisa beth benoemde zelfs een' afzonderlijken gezant, die bepaaldelijk het hevig misnoegen van Engelands ko ningin aan Casimir moest kenbaar maken over zij ne handelwijzewaardoor hij het leger verzwaktde oproerigheden gestijfd en de goede trouw harer be doelingen althans bij sommigeneenigzins verdacht gemaakt had. Dan het mogt alles niet baten. Men liet zich niet overreden, dat men de zaak van gods dienst en vaderland op eene geheel andere wijze moest behartigen enin het belang van beide waar lijk niets beters doen kon dan den godsdienst-vrede opregtelijk aan te nemen. Wat meer isterwijl die afgevaardigden nog in Gent waren, en hunne ijverige pogingen tot bereiking van het zoo even vermelde doel aanwendden, ontstond er op den IS Nov. 1578

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 131