ONUITGEGEVEN waardoor zij dan liet gansche vaderland in gevaar brag- ten liet was alles vruchteloos. Slechts één middel is er nog aan te wenden. Het bestaat hierindat de prins zelf zich naar Gent begeve en den storm bezwere. Oranje gevoelt al het gewigt- volle van dezen stapmaar ook al het hagchelijke van het oogenblik. Na korte aarseling is hij bereider in persoon heen te gaan en te zien, wat hij door vriendelijke maar toch ook hoogst ernstige toespraak kan uitwerken. Dathcen en M o d e ddie zich al stouter en stouter op den predikstoel hadden uitgela ten (14)wachten hem niet af, maar verlaten in stilte de stad. Aanvankelijk voorspelde dit iets goeds. De prins verscheen binnen Gent op den 2 December 1578 ingehaald door Imb i z e en anderen, die hem tot Den- dermonde waren te gemoet gegaan. Den volgenden dag hield men er eenen vast- en biddaguitgeschre ven door den magistraatom den lieer te verzoe- ken, dat de zaeken voor handen zynde, totgemeyn voordeel voor de stad zouden mogen uitvallen. De prins kwam ook ter predikatie in de kerk der Car- melietenalwaer voor hem gepredikt wiert door zijnen hof-predikant, die te voren" zegt de schrijver der Gentsche geschiedenissen geweest was Abt van eene Abdye in Brabant (15)." Weldra beproefde nu de prins, wat hij bij de Gen tenaren nog vermogtenna vele moeiten en botsin gen wist hij het eindelijk door beleid en inschikke lijkheid zoo verre te brengendat zij den Gcestely- kenuitgenomen de vier biddende ordenenweeder

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 134