BBIEF.
77
lang do Gereformeerde Religie niet in alle de zeven-
tien provinciën zou toegelaten worden (28)."
Bij al de reeds genoemde redenenwaarom de
strenge ^Gereformeerden in Vlaanderen zich met hun
beklag over Willem I tot de Staten van Holland en
Zeeland wendden, in de hoop van bij dezelven eeni-
gen ingang te zullen vindenen zoo dit het geval
waredan juist door middel van dezen het krachtigst
op den prins te zullen kunnen werkenmogen nog de
volgende aanmerkingen gevoegd wordendat er name-
ljjk destijds eenige spanning bestond tusschen de ge
noemde Staten en den prinsalsmede dat de laatste
vooral in die oogenblikkengroot belang had bij de
gunst der eerstgenoemden ter bereiking' van een bij
zonder doelwaarop hij hoogen prijs stelde.
Ik zal thans al de oorzaken van de zoo evengemel-
de spanning niet opsommen; want dan zou ik moeten
gewagen van het onregtwaarover sommige steden
meenden zich te moeten beklagenzoo als bij voor
beeld de stad Middelburg (29)die het den prins tot
zijnen dood toe niet vergeven kondat hij haar bij
de overgave in 1574 van vele uitstekende voorreg-
ten beroofd had, die zulks Zeelands Staten bestendig
herinnerde, en het goede vertrouwen op Oranje daar
door vaak zocht te verzwakkenvoorts van de
meer vrijzinnige denkwijze omtrent do toelating der
Roomsche en Hervormde godsdienst-belijdenissen die
Oranje nu en dan aan den dag legde doch welke den
Staten van Holland en Zeeland niet zoo bijzonder eigen
wasalsmede van hunne verschillende zienswijze