IN TAALEIGEN.
117
bezit. Laat mij uit de volkstaal enkele proeven
van overeenkomst aanvoeren.
Terwijl men overal elders in Zeeland ten platten
lande de klank a lioort uitspreken als het Fransche
ai of behoudt zij hier do gewone uitspraak maar
kenmerkt zich daardoordat zij in onderscheiding'
der Zeeuwsche stedenen in overeenstemming met
Vlaanderenveel doffer is. Dit valt onsinwoners
van Walcherenterstond in 't oorzoodra wij de
Schelde over zijn. Het woord paar b. v. klinkt in
Zeeland als het Fransche pairen in Staats- Vlaande
ren als het Vlaamsehc poar. Hot persoonlijk voornaam
woord gij is niet als in Zeeland jimaar als in Vlaan
deren gi. Achter het voornaamwoord ik laat men steeds
de onbepaalde wijs des werkwoords volgenb. v. ik
gaanik doen ik laten. Het sterkste komt dit uit in ik
ziin, voor ik ben. De 2de persoon tegenw. tijd van
't werkwoord zijn luidt niet als het Zeeuwsche je bint,
maar als het Vlaamsche ge ziit. De persoonlijke
voornaamwoorden wordenvooral als er nadruk op
gelegd wordtverdubbeld en welniet alleen gelijk
elders in Zeeland: ik heb ik 1maar nog sterker:
'k én (hebben) ik ikof e-kik in de uitspraakik ziin
ikikge zi gi, i is-t-ime ziin wilderge zi gilderze
znn zilder. Dit alles is volkomen Ylaamsch. Het keert
telkens weder en geeft aan het taaleigen een' zekeren
Vlaamschen tintdie de aandacht van den Zeeuw niet
ontgaan kan. Ook sommige Vlaamsche woorden
hebben het burgerregtals cavane (vervoerbare her
dershut) een keer (une fois, eens); schabbe (een kiel