IN TAALEIGEN. 121 geressen een rustig verblijf te vinden. Geen wonder dat ik mijne oude bekenden met ingenomenheid be groette en ze met eere ontving in mijn huis. Ee'n voor één bragt ik ze met den tijd bij elkander en ruimde haar dag- en nachtverblijf in mijn eigen studeervertrek. En nadat ze daar langen tijd in vrede en veiligheid gerust hebbenwil ik haar nu eens in de beschaafde wereld inleidenin de hoopdat ze ook daar een vriendelijk onthaal verwerven zullen. Intusschen, wat mag toch de oorzaak zijn, dat Vlaamsche woorden en spraakwendingen, die in het aangrenzend Staats- Vlaanderen vreemd zijnin Zuid- Beveland het burgerregt genieten Ik wil gaarne erken nen, dat ik deze vraag niet geheel bevredigend weet op te lossen en dat ik anderer gedachten daarover met graagte hooren zou. Misschien is het louter toeval 't welk hier bewaarde wat elders niet was of verdwe nen is. Misschien zal ook hier de taalvorscher met wetenschappelijken omhaal een verschijnsel zoeken op te klarenwelks zeer eenvoudige oplossingware zij nog na te gaan en niet reeds lang vergetenal den toestel zijner wetenschap zou in duigen werpen. Zeker is hetdat Zuid-Beveland met Vlaanderen van ouds groote gemeenschap had. Ook waren vele edelen al daar met Vlaamsche familiën vermaagschapt. Langer dan andere gedeelten van Zeeland bleef het Roomsch- gezind, en gevoelde dus op Vlaanderen eene naauwe betrekking. De reformatie werd er tegengewerkt dooi de overheid de ambachtsheeren en de overgeblevene geestelijkheid. En zelfs nadat zij heerschende was ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 189