134 DB VLAMINGEN waren gemaakt. Hij belooft die gevangenen niet bui ten Holland of Zeeland te zullen voerenmaar te zul len houden in hoofsche gevangenis, en elk te zullen behandelen volgens zijnen stand. Hij zal hunne wa penen verkoopen en de opbrengst daarvan tot hun on derhoud doen strekken. Indien nogthans iemand der gevangenen zijn aangewezen verblijf mogt verlaten, zal hij daarover regt doen als over zijn' vijanden hij zal als zoodanig beschouwen dengene die het ondernemen mogt om zonder zijne voorkennis een der gevangenen op te nemen. Het tweede stuk bevat de lijst van de wapenen in' den brief vermeldmet opgave van de waarde derzelve en de namen der personen aan wie de wapenen toebe hoorden. Het derde stuken in het oog van den steller het meest curieuse, is een brief van schepenen en raad der stad Brugge. Zij verklaren daarbij dat voor hen is verschenen het gilde van de lakenwevers van Bruggete ken nen gevende: hoe hunne gildebroeders die in den Zeouwschen oorlog krijgsgevangen waren gemaakt en te Leiden in gevangenschap werden gehouden eenigen uit hun midden op vrijgeleide van den graaf naar Brug ge hadden afgezonden om onderstand te verzoeken hoe zij met die afgezondencnnaar hunne gevangen schap terugkeerende, 400 pond hadden medegegeven; maar hoe de afgezondenente IJsselmonde gekomen zijnde, waren uitgeplunderd .en zoozeer mishandeld,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 202