AANTEEKENINGEN.
(1) Zie Kluit, Hist. Crit. Comit. Holl. et Zeel. Tom. II, pars I,
pag. 184; Wagenaar, D. II, bl. 248 en volg. Kervijn de Let
ter hove, Hist, de Fland. T. II, pag. 46 et suiv.
(2) Zie Wage na a r D. IIbl. 392 Ker vij no. 1. pag. 265.
(3) Sommige stellingen omtrent de zuidelijke grenzen van Zeeland
zijn bekend. De oorlog van 1253 levert vele bewijzen op in het
voordeel dergenen, die daarover anders denken. Maar zij is afdoende
om het verkeerde aan te toonen der legende betrefiFende de Ottogracht.
Zoo toch tot in 1377 die gracht alléén de scheiding tusschen Wal
cheren en Vlaanderen daarsteldewaarom ondernam Margaretha dan
125 jaren vroeger haren togt tegen Walcheren met drie vloten?
(4) Men zie Kluit, 1. c. Tom II, pars II, pag. 679 et sqq., en
Kervijn de Letterhove, o. 1. Tom. II, pag. 276.
(5) Zie Wagenaar, D. III., bl. 154 en volgende.
(6) Een verhaal fan dezen veldtogt en vooral van de opmerkenswaar
dige belegering van Zierikzee vindt men, behalve bij Wagen a ar ter
aangehaalde plaatse, in de Kronijk van Reigersbergen door Box-
horn, D. II bl. 111 en volgende.
Het bestek laat niet toe meer te doen dan daarheen te verwijzen.
(7) Zie, om uit de menigte geschiedschrijvers één te vermelden,
die in ieders handen isW a g e n a a r D. IIIbl. 202.