TWEE PUNTDICHTEN.
I.
Maatschappelijk cellulair.
A.
Dat cellulair systeem 'k Ben eenzaam opgesloten
B.
Hoe nuGij zijt omringd van al uw huisgenooten
A.
Achtusschen hen en mij ligt eene wijde kloof
'k Ben uitgesloten van de Maatschappij 'k ben doof!
II.
ïtezoeken.
Wanneer in zoet gepeins verloren
Of wel bezet met drok bedrijf,
Een ledigganger u komt storen
Die onverhoeds u valt op 't lijf,
Hoe noemt de wereld zulks Bezoeken.
Maarlaat ge u door dien naam niet doeken
Dan is vindt ge u aldus verrast
Die van bezoeking meer gepast.
IJ.