BELEG VAN SLÜIS.
163
gens het verlies van een aantal krijgsmakkers die bij
den aanval het leven hadden verloren. Slechts enkelen
reddeden zich zwemmende over de graft, en bragten
de treurmare van dit verlies zoowel in de stad als in
de groote schans, en met die mare tevens geene ge
ringe verslagenheid onder de burgerij.
Hier doet zich eene vraag op waren deze belang
rijke verliezen want derzelver grootte valt niet te
ontkennen te wijten aan de verdedigers Men
heeft het later wel eens zoo willen doen voorkomen
doch ik zou het niet durven toestemmen. Sluis was
als vesting, in 1587 niet wat het later geworden is,
eerst door Maurits, later door Coehoorn. De
gouverneur van Groeneveld, aan wiens bekwaam
heid beleid en moed zelfs de vijanden hulde bren
gen (12), en die welgeacht mag worden met de sterkte
en de zwakheid van Sluis in 1587 bekend te zijn ge
weest, verklaarde, terwijl de officieren die onder hem
gestreden hadden het bevestigdende veste was wel
zeer grootmaar gansch niet sterk."
Hare ongenaakbaarheid vergoedde wel eenigzins deze
zwakheidzoo er slechts wachters genoeg waren om
toe te zien op alle punten die bedreigd konden wor
den. Maar juist aan deze was er gebrek. De vijand
liet zich aan alle zijden tevens zien, terwijl de zwakke
bezettingvooral in die eerste dagenover eene te
groote uitgestrektheid moest verdeeld worden, om te
allen tijde op alle punten genoegzamen tegenstand te
kunnen bieden. Ware Sluistoen het tijd van ver-