4 AANTEEKENINGEN. 171 (l8) Aan de Engelschen werd de groote Schans toevertrouwd aan de Walen de Tonncnburg of Noordschans aan de zorg der Vlaamsche benden beval men de hoofdpunten: het Kasteelde Stad, de West- poort. Streden de laatsten pro aris et focishet toevertrouwen der voorposten aan die vrienden uit den vreemde is een bewys van vertrouwendat zy aan woord en eed zouden gestand doen en het uiterste beproeven. (14) Er waren nog twee Predikanten 111 de stad overgebleven t. w. Gillis van den Hou te, die in het Ylaamsch predikte, en Chretien le Blocq, die in het Fransch het Evangelie verkondigde Of de Engelschen een' veldprediker bij zich hadden is onzeker. Die dagelijksche gebedenstipt volgehouden als zij werdengeven aan dit beleg iets ernstigsen voor onzen tijd ongewoons. Te dien tijde was dit anders, want het was ten spreuke geworden bij burger en krijgsman Vergeefs zijn poorten, wallen en vesten, Als niet en waeckt den Alderbesten. Wat vreemds dus dat men Diens hulp afsmeekt in de ure des ge- vaars Het bleef echter, zoo als wij verder zullen zien, te Sluis niet bij dagelijksche gebeden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 243