EEN KOOPDAG. 181 Wie verbetert dat bod Geen enkel woord. En of de notaris al voor de leus langzaam zeido hon derd gulden eenmaal, andermaal; niemand meer?" Nog geen woord. De eerste assessor klopte bedaard zijne pijp uit en zeide: 't gaat zoo niet, notaris! Gij zult over den dam moeten komen." 'k Geloof het ookzeide deze. En aanstonds was het van alle kantenzekerwe moeten teergeld hebben." Blommestein zeide de notaris tot zijnen klerk, geef mij den sleutel eens aan om de monden open te breken." Een luid gelach volgde op deze aardigheid die op elke vevkooping gedebiteerd w erd en de klerk gaf den zak met rijksdaalders aan zijnen patroon. Die zeshonderd gulden hiedt zal een rijksdaal der hebben." Algemeen stilzwijgen. De notaris was genoodzaakt zijne uitloving tot op vierhonderd te vermindevenen nu het eenmaal aan den gang was werd het bieden sneller gedaan en in een uur of anderhalf waven vrij wat perceelen voor- loopig verkocht. Het kostte echter vrij wat rijksdaal ders zoodat de notaris zijne vrees te kennen gaf, dat als het zoo gaan moest, hij nog vreesde te kort te zullen komen. Dat had echter geen noodwant in het kistje van zijn kapwagentje lagen nog meer mon- densleutels" achter de smidsdochter aliashet dot. Er was eene kleine massa, uit enkele perceelen za- mengesteld. Ten einde den notaris eenige oogenblik-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 253