196 EEN KOOPDAG. Als je plan had mij om geld te vragen voor hetgeen je zoo straks gekocht hebt, dat geef ik niet, en borg wezen ook nieten anders kun je me nu niet te vragen hebben dus kun je voor mijn part gerust blijven zitten." Dat's Noordveer niet gewendhij raakt een beetje besneeuwd," merkte iemand aan het ander ein de van de kamer half fluisterend aan. Brieskerk scheen heen te willen gaan, maar de notaris misschien om hem te plagenriep hem na Gij zult wel zoo goed zijn te blijven, mijnheer Brieskerk, om straks, als de hofstede in perceelen verkocht wordthet proces-verbaal te teekenen." Niklaas hield hem in de deur staande en beet hem in het oor Je hebt geen nood. Ga maar eenvoudig gerust weg zitten." Dat geruste mogt wel zoo wezen. Zitten ging hij niet, maar drentelde zoo wat heen en weder volgens dc aanmerking van een' dor aanwezigen als een hoen dat zijn ei niet kwijt kan raken. Het laatste perceel was verkocht. Naauwlettend zaten de notaris en zijn klerkbenevens de procuratie houder in den boedelte berekenen op hoe hoog nu het gemet door elkander stond. „Ik krijg tweehonderd drieendertig guldendrie enzestig en een kwart centzeide een der aanwezi gen die hot ook had uitgerekend. 't Is je gezouten 1" riep een boer zijn glas inschenkende.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 268