JAN FRANCKEN. 251 zich dan ook in gevaardoor ten gevalle zijns mees ters allerhande middelen van gemeenschap hoe streng ook verbodenuit te vinden. Lang geschiedde dit met goed gevolg. Doch eindelijk werd het ontdekt. Nu van alle tijdingen van buiten verstokenvielen dagen en uren dubbel lang! Oldenbarneveld sprak meestal over zijne ondergane verhooren en zijne antwoordenen schreef die zelf op of dicteerde die aan zijnen getrouwen deelgenootden eenigen aan wien hij zijn meer en meer geschokt gemoed kon uit storten. Eindelijk volgde op den 12 Mei 1619 de treurige ontknoopingde aanzegging des doodste ondergaan den volgenden morgenEn nu smeekt de diep ter nedergeslagen dienaar, als eene gunst, om zijnen heer tot het einde toe te mogen bijblijvenHet wordt hem vergund. Zoo deelde hij nog in den laat- sten nacht het zielelijden van den grijsaardaan wien hij zoo innig verkleefd wasen die ook voor hem gedurende negen maanden de eenige vriend en ver trouweling was geweest. Wel mogt dan de grijsaard in de laatste ure zijns levens aan zijn treurend gezin dezen aandoenlijken brief schrijven Seer lieve Huysvrouwe ende Kinderen het gaat „met my ten evnde. Ik ben door Godes genade wel gerustick hope dat gylieden van gelycken zult we- „zen en alles met onderlinge liefdeeenigheyt en vrede helpen overwinnen als ick op het alderhoogste voor „mijn laetste bede zij biddende. Jan Francken heeft my veel jaren wel en getrouwelyk gedientoock in dese myne afflictiën ende sal ten eynde toe by my blyven. Hy

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 323