254
JAN FKANCKEN.
plaats van den beroemden Philips van Marnix,
toen deze van het staatstooneel verwijderd, daar voor
de letteren leefde, er zijne schoone psalmberijming-
dichtte en wiens nagedachtenis daar nog als weldoe
ner der gemeente en opbouwer der kerk in zegening
was. Pan hoe ijdel zijn soms de schoonste vooruit-
zigten! De val van zijnen beschermheer Stout en-
burg sleepte ook den zijnen mede. In Pebruarij
1623 werd in 'sHage een gewelddadige aanslag op
het leven van Prins Maurits ontdekt. De beide
zonen van Oldenbarneveld hadden daarin meer
of minder deel genomen. De oudste, Rein ie r van Ol
denbarneveld, verloor den 28 Maart het hoofd
op het schavot. De jongste, Stoutenburg, wist
zich door de vlugt aan een gelijk lot te onttrekken.
Niet geheel onbegrijpelijk is het dat S t o n t e n b u r g s
schoonmoeder nu huiverig werd den, hoezeer geheel
onschuldigendienaar van den manwiens beide zo
nen om zulk een aanslagter dood veroordeeld wa
renopenlijk in hare dienst te blijven houden. Zij
ontsloeg hem dan uit zijne bediening. Wat hierom
trent voorgevallen is leert ons nu het oud register ter
vierschare van Westsouburg, hetwelk alsnog in ori-
ginali voorhanden is (2). Onder dagteekening- van den
19 Junij 1624 vinden wij daar het volgende:
Wij schepenen der Prochie ende Ambachtsheer-
lyckheyt van Westersouburchop huydcn acht da-
ii genj gesien hebbende sekere acte ofte memorye
in dato den 5 Juny A». 1624, van Mevrou Vero-
nica van der Lip vrouwe douagière van Mont