ZEEÜWSCHE DUINVREUGD BOOR BOUDEWIJN. Aan de oude Zeeuwsche stranden Daar had men eertijds pret; Geen volk in andre landen Had zulk een groote pret. Nog kan de horst mij zwellen Bij 't denken aan mijn jeugd; Dan raak ik aan 't vertellen Van de oude bruiloftsvreugd. Oin die ruime dagen Toen hield men vrolijk feest Met drie paar in een wagen En voor geen dorst bevreesd Zes glaasjes in een kistje, Een netje kropsala Een eitjeeen drooge vischje Een hametcetera.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 335