10 EEN ZOMEEDAG stond, en waarvan nu weinig of niets meer is overge bleven. Het was te Koudekerkezoo als wij zeidendat het gezelschap aankwam, en voornemens was eene poos te vertoeven; de ruime gelagkamer der herberg ontving voor eenige oogenblikken het aanzienlijk ge zelschap hoe het er aldaar uitzagzal wel niet noodig zijn te vermelden, daar in ons land nog menige landelijke herberg bestaatwaar men nog he den ten dage gelijksoortig huisraad zien kanals toen in de Koudekerksche herberg voorhanden was doch men zag er niet die hooggekleurde schilderijtjes han gen die de geschiedenis van de vrome Genovevaof van Don Juanof wel de lotgevallen van den verlo ren zoon zoo roerend en krachtig voorstellen, dat het landvolk er van opgetogen is. Men bleef echter te Koudekerke niet lang vertoe ven daar men voornemens was te Westenschouwen langer te verwijlenen vandaar naar Haamstede te rijdenwaar een vriendschappelijke maaltijd het ge zelschap verbeidde, op het slot toen reeds, zoo als wij zien zulleneen aanzienlijk gestichtalleszins waardig en geschikt om voorname gasten te ont halen. Van Koudekerke geleidde de weg wel door een vruchtbaar oorddoor veelvuldig bouwland afgewis seld echter meestal vlak en zonder geboomtemaar even als het nu op zulk eenen togt een bijzonder aange- namen indruk maaktals bij tooveislag zich rondom in het geboomte verplaatst te zienzoo was ook toen de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 70