IN SCHOUWEN.
23
Doch het gezelschap had zich nu reeds lang genoeg
in deze duinstreek opgehouden; de opkomende maan
die zich reeds aan de kimmen vertoonde, vermaande
hetzelve om stadwaards te keeren.
Wij zullen nu evenwel niet in eene nieuwe beschrij
ving treden van dezen terugtogten het is u en mij
tamelijk onverschillig, of zij langs denzelfden weg zijn
wedergekeerd dien zij des morgens gekomen waren
dan of zij eenen omweg hebben gemaakten langs
Brouwershaven en Noordgouwe zijn teruggekeerd.
Intusschen kan ik niet afzijn, ten slotte nog de hoofd
personen te vermolden, die tot dit gezelschap behoord
hebben, waarhij zich tevens de gelegenheid aanbieden
zal, om nog eenen blik te slaan op de toenmalige ge
steldheid van Zierikzee, welke stad, zoo als wel te
begrijpen isin het tijdvak van nagenoeg vier eeu
wen, die sinds verloopen zijn, eene aanmerkelijke ver
andering ondergaan heeft, en er toen op sommige
plaatsen geheel anders uitzag.
Te dier tijde leefde namelijk binnen die stad Adolf
van Kleef, heer van Ravestein, een man van hoog
aanzien en groote gegoedheid. Hij was de broeder van
Jan regerend hertog van Kleef, en zoon van hertog
Adolf TV en van Maria van Bourgondië, en
dus zoo van 's vaders als van moeders zijde uit re
gerende stamhuizen gesproten.
Na het overlijden zijner eerste echtgenootemet
name Beatrix, dochter van den hertog van C o i m-
b r a gaf hij zijne hand aan Anna, natuurlij ke doch-
ter van hertog Philips van Bourgondiëzijne