VAN VEMIELT.
35
den pastoor te Schore en de kapellanen te Bieselinge
als zullende geweest zijn de sacellani van enisalemen
wordt liet hierdoor in zijne onhoudbaarheid geken
merkt.
Wij leeren hier verder den titel der hoofdpersone te
dien tijde kennen. De bestuurderes heette ten jare
1300 niet abdismaar priorindoch deze priorinne
was van adellijken huize, want, ofschoon haar naam
niet uitdrukkelijk werd aangewezen, hij is uit het ge
heel toch vrij duidelijk op te maken. Aan al de exe
cuteurs, wier namen bij herhaling genoemd worden,
zijn legaten aangewezenzou de eenige executriee
hierop eene uitzondering maken? Niet waarschijn
lijk. Maar zij zoude eene uitzondering hebben ge
maakt indien de priorinne van Jerusalem" eene
andere is geweest dan Juncfrouw Mabelien, broe
der Williaems zuster van der Vlake." Wij houden
ze dus voor dezelfde; maar gaat dit door, dan moeten
wij de verder in het testament genoemde en bedachte
dames ook houden voor Jonkvrouwen, te Jerusalem
gevestigd, doch, meer dan de overige, bij Trouwe Helt
meer bekend of met haar in bijzondere betrekking heb
bende gestaan. De eerst volgende naam pleit er
voorhij luidt Beatrisen enz. VanHeussen verhaalt in
zijne Batavia Sacra, dat de Officiaal van den Utrecht -
schen Bisschop in 1317, van de abdis des jonkvrouwen
kloosters Jerusalem bij Biezelingen eene abdis en eeni
ge zusters voor een nieuw klooster te Antwerpen ver
zocht, en dat toen Jonkvrouw Beatrix van Everin-
genbenevens nog 3 of 4 anderenzijn afgezonden. De