I
I
DER KERMIS.
63
werd de schutsheilige niet vergeten, die op zoodanig
feest moest vereerd worden. Met veel staatsie en groo-
ten luister werd het beeld van den patroon der kerk
prachtig uitgedoschtin een' plegtigen omgang of
processie rondgedragen, met vanen en wimpels, onder
muzijk en zangterwijl de lucht weergalmde van de
litaniën der geestelijken en leeken, en het vrolijk ge-
klank der cymbalen, tot dat men het beeld van den
heilige wederom tempelwaarts voerde en met de mis
eindigde. Yindt gij nietlezerdat er wel eenige
overeenkomst is tusschen zoodanig eene processie
en den bovengeschetsten optogt van het opgraven en
begraven der kermis P Denk maar eens aan dien
potsierlijk toegetakelden en op een' ladder gedragen
wordenden persoon, aan dat vendel, de muzijk, het
gezang en gejubel van den trein en de sleep van ver
gezellende jongens en meisjes. En wat die flesch, dat
zinnebeeld der kermis, met het gebruik van derzelver
inhoud aanbelangtwat dunkt uzou men daarmede
niet op eene ruwe wijze de kerkmis zelve hebben
kunnen nabootsen? Zou zulk een volksgebruik, waar
bij men oudtijds de plegtige omgangen derRoomsch-
gezinden in het naburig Vlaanderen wilde nadoen en
in een bespottelijk daglicht plaatsen, niet te eer zijn
kunnen ontstaan op dit dorpdat aan de vervolgin
gen der Roomschen zijn oorsprong is verschuldigd, 1)
naardien voor een paar eeuwen ongeveer de hervormde
«BI
1) Zie deswegens mijn opstel in den Zeeuwschen Volks-
Almanak van 1846, bladz. 53—70.