DE CHIRUBGIJN. 81 den geoefenden geneeskundige ligtelijk herkend werd voor een van die snelwerkende vergiften, die inltalie's geschiedenis zulk eene voorname rol gespeeld hebben. Een licht was voor Lambrechtsz plotseling opge gaan. Maarhoe gemakkelijk de taak scheendie men hem wilde opleggenen hoe rijk aan vruchten voor de vrijheid des gewetens de voorgenomen daad mogt kunnen wezen, toch aarzelde hij geen oogenblik. Met meer dan gewonen ernst sprak hij - „Wel dien, die niet wandelt in den raad der goddeloozennoch treedt op den weg der zondaren." Ik wilgeen deelhebben aan uwen gruwel. Wat meer zegt, ik zal den hertog waarschuwen, alleen om de vroegere vriendschap met don Gomez uwen naam en den zijnen verzwijgende. Zóó te handelen beveelt mij mijn kettergeloof. Zie wel toe wat gij doet. Yergis ik mij niet ge heel, dan spaart gij uwen aanstaanden beul. Yooral bega de onvoorzigtigheid niet van hem de zaak te openbaren; want wees er zeker van, dat ik, zoo ge zulks doen mogt, zorgen zal, dat hij wete door eenen ketter gered te zijn. En ik geloof hem wel zooveel te kennen, dat de redding zijns levens door eenen afval ligen zoon der kerk in zijn oog eene onvergefelijke misdaad wezen zal. Indien gij verdraagt als gij weldoet en daarom lijdtdat is genade bij God," hervatte Lambrechtsz. Op hetzelfde oogenblik sloeg een bliksemstraal van omhoog en trof Morini, wiens hand het gevest van zijnen dolk ongemerkt gegrepen hadom het geheim 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 147