DB CHIBUBGOT. 89 van. Kruiningen, en eenen bijna ontelbaren stoet van mannen, die door afkomst of aanzien, door in vloed of magtdoor kennis of bekwaamheideene plaats in de naaste omgeving van den prins waardig waren 12). Nog eens werd Filips, nadat hij den voet op zeeuwschen bodem gezet had, door Maximiliaan van Bourgondie, door den middelburgschen abt en door verschillende afgevaardigden nit onderscheidene collegien begroet. Aller woorden ademden blijdschap van wege de hooge eerdie aan Zoetend ten deel viel en gaven hoog op van de trouw aan den aanstaanden vorstwaartoe de bewoners van dit gewest zich be reid verklaarden. Uit Reymerswaal verscheen een drie tal waardige mannen: de bailjuw Jan Antonisz, de burgemeester Cornelis Willemsz Leuwendale en de pensionaris Marinus Cornelisz. Op een kostbaar kussen boden zij den vorst de sleutels der stad en de roede der justitie aanwaarbij zij in het Fransch in dezer voege hem toespraken: doorluch tige prins bailjuwburgemeesteren en schepenen uwe onderdanige aanstaande onderzaten, heeten uwe hoogheid welkom, en stellen zich met al hunne me deburgers met lijf en goed u ten dienste. En zij bieden u in alle onderdanigheid de roede der justitie en de sleutels der stad aandeze arme plaats en hare ingezetenen u nederig aanbevelende 13)." Nu zette zich de stoet m beweging. Bij dien stoet hadden zich de leden der goesche schutterijen aangesloten. Vóór die der kolveniers wapperden de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 155