92 DE CHIBTJBGIJN. Bene doodsche stilte heerschte terwijl Bilips deze woorden sprak. Het was voor den Nederlander van die dagen meer dan eene uiterlijke plegtiglieidwan neer de man, die de teugels des bewinds zou voeren, de handhaving van 's volks regten onder eede beloofde. Maar toen de laatste woorden van zijne lippen waren gevloeidtoen scheen het geloei eens storms door de straten te warenzóó lang en zóó luid daverde de kreetleve de graafuit duizend monden. Met eene ligte buiging van het hoofd ver wij derde zieh de prins en begaf zich naar een der vertrekken van het stadhuis. In zijne plaats verscheen Verey eken, om den eed der staten van het gewest af te nemen. Prelaatedelen en gedeputeerden van de steden des graafschaps zwoeren den toekomstigen graaf, te zul len zijn goed' ende ghetrouwe ende in allen saecken onderdanigh ende ghehoorsaemghelyck goede ende ghetrouwe ondersaten schuldich zyn ende behooren te doen, navolghende de Rechten en Privilegiën van denzelven Lande." Nadat ook zij gesproken hadden alsoo moet ons Godt helpen ende alle Syne heylighenwas het meer ernstige gedeelte der huldigingsplegtigheid geëin digd, en werd het overige van den dag aan vermake lijkheden toegewijd. Men bedreef groot jolyt ende vreucht." Op het stadhuis werd de prins met zijn gevolg luisterrijk onthaalden daar buiten vierde de zaamgevloeide menigte feestnog lang nadat de ge huldigde met zijn hof den togt naar Bergen weder had aanvaard, en Zeeland's bestuurderen en edelen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 158