DE CHIRURGIJN. 95 doorluchtig heerXan het zijnlaat de zeeuwsche wate ren blijven tusschen u en tusschen uwen moordenaar. Hoe is zijn naam U dien te noemen verbiedt mij mijn geweten; zelfs al wildet gij het mij gelasten, zou ik niet gehoor zamen kunnen. Het is ook niet noodig. Bekend met het gevaar dat u dreigt, kan het u niet moeijelijk zijn dat te mijden; bovendien keer ik vanhier om den booswicht in het oog te houdenenmogt het noodig wezenuw leven te redden. Eerbiedig mijn stilzwijgen en wees van mijne waakzaamheid verzekerd. Ik eerbiedig uw geheim en, ofschoon ik te menig maal in levensgevaar verkeerdedan dat ik zou vreezen, zoo neem ik toch uw aanbod aan, verlaat mij daarop volkomen en geef u de verzekeringdat de hertog van Alva zal weten erkentelijk te zijn aan den redder zijns levenszelfs ten koste van hetgeen hem dierbaar is, Lambrechtsz hield woord; geene enkele beweging vanMorini, op den dag der huldiging, ontging hem. Onophoudelijk was hij in zijne nabijheid, en niet alleen gelukte het hem om op deze wijze als het ware de hand te verlammen, die gereed was den dolk te grij pen, maar tevens benam hij aldus aan den schuldige de gelegenheid, om met dezen of genen bediende op het stadhuis bij het feestmaal de toediening van het vergif te beramen. Niemand dan ook was blijder dan hij, toen de hertog in het vaartuig klom, dat hem naar Bergen terug zou voeren. Toen was zijn hart zoo geheel van vreugde doordrongenomdat hij een' mensclx gered haddat hij den spijt niet opmerkte

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 161