DE CHIRURGIJN.
101
de duisternis van den nacht of liever door de in
spraak van zijn wraakgierig hartmeende hij de
stem te herkennen van den gehaten Lambrechtsz,
dien hij zoo even tussehen de digt opeengedrongen
burgers had opgemerkten die derwaarts kwamten
spijt van eenen hoogstvermoeijenden dag, om het
kwaaddat nog voor te komen mogt zijn te be
letten. Twee jaren later zuchtte Lambrechtsz in
den kerker, aangeklaagd van diverssche enorme
seditieuse mesusen."
De tijdwaarin het volk zich krachtig genoeg ge
voelde om van het stedelijke bestuur ontslag van ge
vangenen te eischenonder bedreigingdat het bij
weigering den kerker met geweldt zou inloopen",
was voorbij. Zóó deed het m 1566 en werd gehoor
zaamd. Drie jaren waren verstreken en het volk durfde
geen enkele poging wagen tot bevrijding van den man,
wien het om zijne regtschapenheid en menschlievendheid
als vërgoodde. Lambrechtsz zou ook eene geweld
dadige poging daartoe afgekeurd en een andere niet be
geerd hebben. Hij was bereid om te ondergaan hetgeen
de Heer van dood en leven over hem gehengen mogt.
Zijne denkwijze blijkt uit het volgende
.Het is tegen het vallen van den avond. Nog even
dringt het daglicht door het tralievensterdat hoog
in den muur van het verblijf des gevangenén is aange-
bragt. Wij kunnen daardoor tegenover hem eene vrou
welijke gedaante herkennen. Het is een meisje van
even twintig jaren, zijne kleindochter, de eenige
spruit van zijn geslacht. Zij schreit bitter, want zij