120
J. MACQUET.
digheidwelie alle zaken van de donkerste zijde doet
beschouwen, liever hare heldere zijde in oogenschouw
namenbij de beschouwing der natuur en der
wonderdadige wegen van Gods voorzienigheidoveral
blijken vond eener goeddoende en zegenende wijsheid,
indien men de zaken beschouwde in verband en be
trekking op elkanderen zoo als zij werken om een
goed geheel uit te maken 5).
Zoo gunstig was ook zijn oordeel over demenschen;
hij achtte het menschelijk hart zoo kwaad niet, als
velen van de toenmalige wijsgeeren zijner eeuwdie
den mensch van zoo weinig aanbelang hielden, dat
zij zelfs de aardedie wij bewonenniet voor ons ge
schapen achttennademaal wij zulke geringe vermo
gens bezittendat wij niets meer dan de oppervlakte
der zaken kennenen niets begrijpen van de doelein
den der dingen en de betrekkingen die de verschil
lende voorwerpen op elkander hebben.
Na een leven, aan het welzijn zijner medemenschen
toegewijden doorgebragt in de beoefening der kuns
ten en wetenschappen, overleed Macquet in De
cember 1798in 67jarigen ouderdom 6).
Ofschoon Macquet reeds vroeger eenige losse stuk
ken door den druk had gemeen gemaaktgaf hij ten
jare 1772 het eerste deel zijner vroeger vermelde
Dichtlievende Uitspanningen in het licht.
Dit deel bevatin de eerste plaatsveertien Heldin
nen-brieven, naar den trant van Ovidius bewerkt,
meestal tusschen bijbelsche personen; vervolgens eene
verzameling van Natuurkundige Bespiegelingenwelke