AANTEEKENINGEN.
1) Dc vader van onzen Macquet werd te Eikerzee beroe
pen den 30 December 1727, en is aldaar bevestigd den 18
April 1728hij werd op den 16 Augustus 1731 te Domburg
beroepenmet het gewone voorbehoud om te blijventot dat
de gemeente wederom een beroep had gedaanzoo als hij nog
in September het H. Avondmaal bediend heeft. Den dag van
zijn afscheid vindt men niet aangeteekendmaar het is waar
schijnlijk, dat hij zelf kort daarna naar Domburg vertrokken
is, doch dat zijne vrouw, destijds zwanger, te Brouwershaven
zal gebleven zijn, om aldaar hare bevalling af te wachten.
2) (Macquet is den 14 September 1751 als student te
Leyden ingeschreven en den 23 April 1756 tot med. doctor
bevorderd, na het verdedigen eener Dissertatiopaihologica incrn-
guralis de vitiis vasorum continentium. Ik ben deze opgave
verschuldigd aan de welwillende mededeeling van prof. N. C. K i s t.
H. M. C. Y. O.)
3) In December 1779 wordt Dr. J. Macquet in de notu
len van d.en raad voor het eerst gevonden als regerende bur
gemeester, en voor het laatst den 1 October 1784.
4) Buitendien heeft hij ook in dit vak een meer belangrijk-
werk geschrevengetiteldInleiding tot de Pathologie of Be
schouwing van het menschelijk ligehaam in den zieken staat
in 3 deelen, ten jare 1781 te Utrecht in het licht verschenen.
5) Zie de Voorrede van het lste deelbl. vin.
6) Hij is te Zierikzee begraven den 10 December 1798.