136 EENE BLADZIJDE UIT hem bovendien door de regering vergund werd, ge bruik te maken van nog drie onder zijn opzigt ge bouwde groote bootenin den vorm van roeybaerschen, die zeer smaakvol waren geverwd en volkomen beant- f woordden aan het doel der reis, waartoe zij moesten I dienen. Dat het verder den schepen aan geene ver sierselen ontbrak, dit zal niemand betwijfelen, in I tijden, dat men zich zoo geheel door uiterlijke pracht J liet wegslepende schoonste standaards van het fijn- I ste lijnwaad, afgezet met heerlijke franjen, versierd I met de wapenen van den keizer, hertog Philips en I de stad Middelburgalles naauwkeurig geborduurd en rijk aan goud- en zilverdraadwapperden van dc sche pen. Deze lagen tijdig gereed te Arnemuiden en ver langden niets liever als het ruime sop te mogen door klieven en het eerst hunne hulde te brengen aan den genadigen heerdie hen zeker met een' blik van goed keuring zoude begroeten. De schippers waren niet min- i der keurig uitgedost dan hunne bodemsdaar de stad ook hen in nieuwe palloren had gestoken en hun ca- proenen gegevenwaardoor zij zich aan ieder voor naam poorter gelijk waandenhet griefde hun wel dat zij nietgelijk de hoofdmannen en banierdragers op hunne ligt blaauwe mouwen het rijk in goud ge stikte wapen der stad voerden, hetgeen bij de oranje liverei zoo een schitterend vertoon maaktemaar zij zagen niet meer naar dezen dan de pligt hun gebood en bewonderden veel liever elkander. Eindelijk brak de gelukkige twintigste dag van Mei aanwaarop de kleine vloot konde uitzeilenonder

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 202