140 EENE BLADZIJDE UIT schalmeijer aan de hoeken der straten den volke te verkondigen, dat de geliefde hertog in aantogt was en binnen een paar uren tot Middelburgs bevolking zoude behooren. De schutters van voet- en handboog schaarden zich aan de noordzijde van den damge deeltelijk buitengedeeltelijk binnen de poortten einde de dienst aan de steigers waar te nemen zij waren zorgvuldig uitgerust met hun pansier of wa- penrokeen borsteen hontskovelsehouwerlappen en armpijpen, een boog en aan den gordel een koker I met een of twee dozijn pijlenaan hen sloten zich I de andere gildenallen met brandende toortsen en I ontrolde blazoenen. In statigen optogt naderden de stedelijke regering, I de baljuw, de beide burgemeesters en de schepenen, in wier midden Andries Andriessen, rentmeester Bewester-Seheldevoor wie de zamengepakte menig te eerbiedig en met ongedekten hoofde de benoodigde plaats inruimde. Evenmin bleef de geestelijkheid achter zoodat men niet lang behoefde tezoekehnaar mijnheer den prelaatdie met zijnen kerkelijken stoet in pro cessie kwam opdagen, gevolgd door de beide kapit telen der stad, namelijk van St. Pieter en van West monster de MinrebroedersAugustijnen en Bogaerden, welke zich bij het wereldlijk gezag hadden gevoegd en door hun prachtig kerkgewaad, met al de sieraden van zulk eene godsdienstige hulde onafscheidbaarwel eene veelkleurige doch inderdaad schilderachtige groep vormden. Eenige geloste haakbussen op den noorddijk ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 206