146
EENE BLADZIJDE UIT
den 26 mei kon gehouden worden; maar alvorens
hiertoe over te gaan, wilde de wijze vorst zijne on
derdanen in de gelegenheid stellenom hem persoon
lijk hunne belangen mede te deelen.
Sedert lang had de abdij niet zoovele aanzienlijke
edelen binnen hare muren gehad; want nu eerst kon
men de prachtige hofhouding naar waarde schatten,
toen Philips daar gezeten was in eene der receptie
zalen, op eenen verheven zetel, overladen met gulden
lakenen en geplaatst onder een niet minder door goud
en zilver schitterend verhemelte. Links en regts stonden
de edelknapen en pagesallen in bourgondische klee-
derdragtomringd door eenige niet minder belang
wekkende archiers. In 's hertogen onmiddelijke nabij
heid ontwaarde men jonker F loris vanYsselsteyn,
stedehouder van den graaf in Zeelandbenevens heer
Jan van Bergen, ontvanger-generaal der zeeuw -
sche tollenbeiden eveneens omringd door een gedeelte
van hun gevolg. Yerder zag men den cancelier, mijn
heer van Luxemburg, heer Hector van Krui-
ningen, Jeronimus Layryn, meester Philips
Ha n net on en zoovelen, wier namen de geschiedrol-
len ons niet vermeld hebben.
Alle edelen van land en staddeputatien uit de
regeringen van Veere, Vlissingen enz., van vreemde
natiën, werden tot hem gebragt, wiens afstammeling
naderhand over allen vereenigd den schepter zoude
zwaaijen. Hier behandelde men de belangen van al
lerlei volken, want Zeeland toch was bij de andere
provinciën eene cosmopoliet; Middelburg moest op j