152 EENE BLADZIJDE DIT liet was alleen vreugdein den waren zin des woords volksvreugdewaarvan latere eeuwen zich altijd chi mères hebben gevormd een ieder lachten de vredever- kondigende vaantjes toedie zelf vrolijk dwarrelden om het groote vaandel van vierkanten vormvervaardigd uit het fijnste lijnwaad dat ooit op eenige europesche markt kan verkocht wordennog schijnbaar fijner door de vijf kruizen van kostbaar cypers goudlakendie in het midden geplaatst warenalles afgezet door groen zij den franjeshetgeen een zeer bevallig geheel ople verde. Geen wonder echterdat een ieder met genoegen die banier zagwant het was de voorbode van eenen bij de burgerij zoo algemeen beminden persoonden grooten koopman Jan Pieterszoon, die bij het papegaaischieten ten vorigen jare tot de waardigheid van koning der handboogschutters was verheven en dus nog als zoodanig regeerde. Een algemeen gejuich verhief zich, toen men diengeachten man de hofpoort zag uitrijdenin den met groen loof gekroondendoor allerlei blazoenen en veelkleurig sindael versierden speelwagen van het gildegetrokken door vier ferme paarden van zeeuwsch rasop twee van welken een claroensteker gezeten was. De koning was uitgedost met al de aan zijne waardigheid verbonden sieraden en omhangen met den halsketen, vol gouden eere penningen, hier en elders op verschillende schiet spelen door het middelburgsche gilde roemrijk ge wonnen; naast hem lag, op een roodfluweelen kus sen, de zilveren kroon, waarmede men hem zoo kort

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 218