174 EEN BLIK OP Jan van Heimsrode. Ook geestelijke heerenge leerden en magistraatspersonen zien wij geschaard ron dom den grafelijken troon. Wij aanschouwen mees ter Nicolaas de Petra proost der Lieve-Vrou- wekerk van Brugge, Willem van Auxona, hoog leeraar der beide regtenJan van Brugge, legum professor; voorts Dirk van Belsele, baljuw van Brugge, Jan van Ghelinc, Nicolaas en Joh. Bovin, burgemeester en schepen van Brugge, Wal ter van Hasselt, Richard Reude, Petrus van Merchs, Retor, Jan van Calline en Wil lem Yvenszone, schepen van Gend. Yier nota rissen zijn aangezeten aan lëene afzonderlijke tafel. Nevens die allen zal nog een' groote menigte van andere personenwier namen ons onbekend zijn getuige wezen der plegtige handeling, die op handen is. Zij hebben allen hun' ambts- en staatsiekleederen aangetogen. Zij hebben allen de hun aangewezene plaatsen ingenomen. Diepe stilte des waohtens heerscht in de vergadering. Daar weergalmt op een' wenk het statig gelui van den klokketoren. De helle baardiers openen hunne reijen, het krijgsvolk heeft zijn' post bezet, en een ander gezelschap, de tweede stoet, treedt binnen, 't Was om hen te roepen, dat het klokgelui zijn' forsche stem verhief. Zij zijn hier bescheiden op dezen dag en op dit uur. Maar welk een verschil tusschen hen en de reeds vergaderden Ja, ook zij hebben zich gekleed in hun' ambtstooi en hun pronkgewaad; doch ziet hen, hoe zij daar naderen met, trage schredenmet gebogen houding

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 240