AANTEEKENINGEN
181
len; Mude's toestand en lotgevallen in dit tijdsgewricht zullen
er ons te helderder uit worden. In den tekst heb ik den hoofd
inhoud der notariële latijnsche inleiding vrijelijk voorgesteld.
Nous Loys, cuens de flandres, de nevers et de rethel", zóó
is de aanhef der fransche inleiding. Zij begint te spreken van
de groote oproeren, zamenspanningen en weêrstrevigheiddie
geheerscht hadden in Vlaanderen en ook met name in onze
stad van Mude". Ook aldaar waren deze misdaden aan de hand
gehouden tegen de H. Kerk men denke aan het interdict
met schending tevens van 'sgraven heerschappij en adel, en on
gehoorzaamheid aan zijne bevelen. Men hadboven 's graven
baljuw, souvereine hoofden aangesteld en onderhouden. Men
had exploiten van regt gedaan. Men was in de wapens geweest
om de stad en het land tegen den vorst te houden. Men had zijnen
tegenstanders de hand geleend tot misdadenover welke met regt
de verbolgenheid van Godde toorn der H. Kerkvan den ko
ning van Frankrijk en van den graaf, hun' wettigen landsheer,
over hen was uitgestort. Men had in al die euvelen zóó lang
volharddat het naauwelijks te verhalen en dat de gedachte er aan
afschuwelijk is. Tegen zóó hardnekkige weerspannigheid had
noch zachtheidnoch billijk regt geholpen. De toevlugt was ge
nomen tot de hulp van buitenlandsche krijgslieden en bepaalde
lijk tot de tusschenkomst van den franschen koning. Deze,
de waarheid der beschrevene misdaden erkend hebbendezoo-
dat de eer van zijn rijk en de krenking zijner koninklijke ma
jesteit er mede gemoeid was, was ter hulpe vaardig. Hij begon
met vonnissen tegen hen te slaan. Tegelijk viel hij in Vlaan
deren met een' talrijke gewapende magten keerde zich regt-
streeks tot de rebellen der stad Dit alles is zóó kostbaar
En venaut droite voie sur nos dis rebelles desobeissans et mal-
faiteurs de ïïre dite ville." Men zou hieruit kunnen besluiten, dat
Mude door den franschen koning is belegerd, hoewel de geschiedenis
dit geenszins bevestigt Het kan echter ook anders uitgelegd worden.