186 A.ANTEE KENINGEN. zijner beambten mogen deze privilegiën schenden. 95. Alle acten van den graaf, sedert de stad zich aan hem heeft overge geven worden bekrachtigd. Alle gebannenendoor den graaf in de stad terug geroepenmoeten in vrede en eere en regt blij ven. Voorts behoudt de graaf zich voor, des noodig, ordon nantiën en privilegiën te geven voor den koophandelzooveel hem goeddunkt. 96. Verpligting tot krijgsdienstwanneer de graaf daartoe oproept. Bepalingen hieromtrent. 97. Slotarti kel. Bit alles moet naauwkeurig gehouden worden. En ver mits in den verleden tijd de stad en inwoners veel tegen Ons misdreven, en Wij om hunnentwil veel geleden en verloren heb ben zoodat het naauwelijks verhaald of geschat en er geene genoegzame boete voor genomen kan wordenzonder de stad te berooven van goederen en personen, waarom Wij twijfelenals er geen straf volgdedat men weldra in dezelfde misdaden vallen zou, gelijk de ondervinding ons geleerd heeftWij, in gedachte nis van sommige dienstenOns door de Mudenaars bewezen, laten aan onderscheidenen der stad hun leven en goedmaar echter, in gedachtenis der genoemde misdaden, behalve de ligchaams- straffen aan sommige personen tot een voorbeeld voor booswich ten om het verlies onzer goederen eenigzins te vergoedenuit kracht hunner onderwerping veroordeelen hen ten eeuwigen dage ieder jaar te betalen aan Ons en Onze nakomelingen zulk eene boeteals Ons behagen zal in 't vervolg te bepalen." Enz. En onder al deze voorwaarden geven Wij hun deze wetten schelden hun de begane misdaden kwijt, en, ongeschonden de verpligting en onderwerping aan Ons gedaanontvangen hen in Onze gratie. Uitgenomen dat Wij Ons voorbehouden Onzen wil en bevel uit te spreken op hen, die Onze leenmannen zijn, en onze beden op hen te doengelijk Ons toekomt wegens hun leen en het Onze, en op hen, die zich speciaal aan Ons onder worpen hebben. Aldus uitgevaardigd onder getuigen en bekrach tigd met Ons groot zegel." Enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 252