SPROKKELINGEN.
221
met afgebroken takken of aangevrozen kegelszij had
den 4f rhijnl. duimen middellijnsen bijna twee pon
den zwaarte. Een zoodanige steen gesmolten zijnde,
leverde 11 pint vocht; van deze soort waren er maar
weinige gevallen. Meer echter van eene volgende
grootte van 4 duimen middelijns, ook gedeeltelijk bol
rond, doch aan de eene zijde bezet met 5 d 6 groote
stevige takken; derzelver zwaarte was IJ pond. Zaj
waren zoo hard van ijsdat zijop een steen vallen
de meestal opsprongen zonder brekenals men ze
tegen elkander klopte klonken zij 'als straatkeijen. Zij
vlogen door de. daken, pannen en glazen als kanonko
gels. Minder grootemet en zonder takkenhadden
toch de zwaarte van 8 a 9 oneen; de minst groote,
waarmede de grond bijna geheel bedekt waswaren
als hoendereijeren en okkernoten."
Als vervolg op mijne aanteekening inZeeland
1852, bladz. 209, kan ik ten aanzien van het geslacht
du Bois nog melden, dat Petrus du Bois, al
thans te Eikerzeegeenen zoon met name G o v e r t
heeft gehad. Hij was gehuwd den 27 Mei 1670 met
Johanna Eervaque, die hem te Eikerzee schonk:
eene dochter Christina (2 November 1672), eene
dochter Johanna (22 October 1673) en een' zoon
Eranciscus (12 Maart 1676); de laatste overleed
na weinige weken, en de vader vertrok in 1679 naar
Aardenburg.