234 TWEE ZEEUWEN IN OKANJE. zoo spoedig uit den weg te ruimendaartoe werd meer volharding, zelfs moed vereisclit. Eene zending tot den slotvoogd Croeser, dien wij te voren zagen dat Eilips Willem als zijnen stedehouder in het prinsdom had achtergelaten, was verreweg lastiger en gevaarlijker, dan menige zending naar eenen der mag- tigste vorsten van Europa. Croeser was geheel het tegenovergestelde van den lijn beschaafden Caspar van Yosbergenwiens natuurlijke zachtaardigheid en gulle voorkomendheid door allen ten sterkste is geprezen 35). Terugstootend van uiterlijk (rébarbatief)slordig in zijne kleeding, onbeschaafd in zijne manieren, was hij, in denvolsten zin des woordseen ruweonbeschofte kereleen ongelikte beer. In 't gansche land stond hij bekend onder den bijnaam van de Scyth" en zag zich met 1 den heidenschen voornaam van Mustapha" vereerd. Hij snoefde en pochte trots den besten en verliet nimmer het kasteel dan te midden eener gewapende lijfwacht, terwijl een zijner bedienden altijd eenige schreden voor hem uitgingmet beide handen een ontzaggelijk slagzwaard torschende, dat zijn heer, als 't pas gaf, als het ligtste salet-degentje wist te han teren. Doch evenmin als hij door iemand geacht werdwerd hij door iemand gevreesdhij zelf be minde ook niemand, maar vreesde allen en droeg, in gestadigen angst voor zijn levensteeds een maliën- 4 kolder onder zijn wambuis. Die algemeene haat tegen den gouverneur waar borgde den prins eenigzins het bezit van zijn prins-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 300