■HHHI BSfiïïfiuSuö Piï 238 TWEE ZEEUWEN IN ORANJE. de la Pise naar het kasteel, doch Croeser wil niets hooren en schreeuwt, als het kind om de volle maan, die in den emmer met water scheen, dat hij zijn lieutenant wil terug hebbenn'estoit ce" zegt hij, „que j'aye pitié de ce pauvre vieillard, je „vous fairoy sauter les murailles du chasteau;" zij vinden het raadzamer het kasteel ten spoedigste langs den gewonen weg te verlaten en komen nog even verslagen onverrigter zake bij Yosbergen terug. Intusschen verkeereu de burgers in doodelijken angst; er zijn er, die meenendat het eerste kanon schot reeds over de stad heeft gerold, dat het onwel kome schroot reeds aan hunne vensters heeft geklopt. Sommigen maken zich gereed nog dienzelfden nacht uit de stad te vlugten en een der deftigste raads- heeren, Joseph Suarès, tracht Vosbergen over te halen, met hem de wijk te nemen naar Avignon, zeggende en se gratant la teste en véritémon seigneur seroit bonque nous fussions hors d'icy 37) De moedig-sten komen met andere plannen bij hem en willen den slotvoogd in zijn kasteel doodhongeren of vóór het zoo ver komen mogtdoor naauwe in sluiting tot overgave op genade of ongenade dwingen. Doch Vosbergen lachtte met Croesers magte- looze woede en ging niet henen met den raadsheer, noeh belaagde den tijger in zijn holhij gebruikte de onschuldigste wapenen. Overtuigd van den grooten in vloed, dien de geestelijken op een gemoed als dat van den roomschen slotvoogd konden uitoefenenzond hij eenige Capucijner monniken naar hem toedie ein-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 304