TWEE ZEEUWEN IN OBANJE. 241 reisde Jan de Ilertoge van Osmael, heer van Valkenburg 39), die den gouverneur en chef als zijn adjunct en lieutenant in het bestuur zoude ter zijde staan, vooruit naar Oranje, om het besluit van den souverein aan C roes er mede te deelen. Zijne tegen woordigheid op het kasteel veroorzaakt nieuwe aan vallen van waanzin bij den slotvoogd, die wederom in allen sluipmoordenaars ziet en niet gerust isvoor Valkenburg hem op zijne dringende bede toege staan heeft, zijn bed in zijne slaapkamer te mogen doen opslaan 40). "Weldra liet de komst der beide vorsten hem geen twijfel meer omtrent zijnen toestand eindelijk zag hij zich genoodzaakt, het kasteel voor goed te verlaten. Hij bleef zich nog eenigen tijd op houden in de stad en verklaarde zich openlijk bereid aan ieder, die zich over hem mogt te beklagen hebben eene ridderlijke voldoening te geven aan den voet van den bergPiolenc, waar echter niemand hem opzocht, evenmin als bij zijn vertrekdat kort hierop volgde. In de Vereenigde Provinciën aangekomen, kreeg hij zijn geld en de heerlijkheid Zeilhemwaar hij ziekelijk en knorrig (morosus senex) nog ettelijke droevige jaren sleetdoor niemand bemindbij zijn dood door nie mand betreurd. Zijn geslacht, dat weldra uitstierf, had niet lang het genot zijner goederen, en tes- moignage, que le bien mal acquis ne parvient pas a la troisiesme generation 41)." 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 307