AANTEEKENIKGEN.
275
dende zending naar den paltsgraaf, den broeder van den later
zoo rampspoedigen Fr ede rik, koning van Boliemen in 1613
stond hij te vergeefs naar het drossaardschap van Breda en
in 1617 moest hij zijne betrekking van kwartiermeester-ge
neraal bij het leger te velde verlaten, ten gunste van Tho
mas van Stakenbroek. Dit een en ander blijkt uit zeker
vertoog van 118 artikels, waarin hij zijne grieven tegen de
prinsen van Oranje opsomt en redenen tracht bij te brengen,
om zijnen afval van Frederik Hendrik eenigzins te billij
ken. Het is in zijn geheel te lezen bij de la Pise, t. a. pi.
bl. 829—832.
.40) De la Pise, t. a. pl. bl. 772.
41) De la Pi se, t. a. pl. bl. 773.
42) De la Pi se, t. a. pl. bl. 775.
43) Aitzema, t. a. pl. d. I bl. 1030 en 1031.
44) De la Pise, t. a. pl. bl. 821.
45) De la Pi se, t. a. pl. bl. 825. Aan de raadsheeren
de Servant, dien doodvijand van Valkenburg, en de
Montmirail, die het gewaagd hadden, zonder zijne toe
stemming naar den prins te reizenwerd bij hunne terug
komst de toegang tot de stad geweigerd. Frederik Hen
d r i k zag zich genoodzaakt met zijn gezag tusschen beide te
treden en beval Valkenburg, hen verder ongemoeid te
laten. De la Pise, t. a. pl, bl. 827, 828 en 831.
46) De vrouw van Valkenburg, dame recomman
datie pour sa pietédouceur et bonne vietoog in persoon
naar den Plaagom in overleg met haren vaderden grijzen