GEESTENSTEM.
En die er heen toogkort geleden
Werd haar een bode van den Heer
Hij klapwiekt naast heur sponde neêr
En brengt verhooring op henr beden.
„God," sprak hijwil uw wensch vervullen
En laafnis storten in uw wond
Waar ook uw sclireên u leiden zullen
Ik zweef er wakende om u rond
Mijn stem zal tot de kind'ren komen,
Wanneer hun harte neigt naar 't kwaad
En om u ruisclienals een raad
Die uit den hemel wordt vernomen."
Toen steeg hij naar de hemelzalen
En liet haar sluimren, lang en zoet;
Des groette zij de gouden stralen
Van 't uchtendzonlicht welgemoed.
Gijdierbrenin der Eng'len luister
Vaak zweeft gij tot ons naar beneên!
Geliefde stemmen uit 't verleen
Hoe troostvol is uw rein gelluister!