DE VRIENDEN,
DOOR
P. B. R.
Drie knapen schonken vrolijk
En welgemoed van zin
Bij 't klinken van hun zangen
Den beker lustig in.
Daar sprak er een; „Komt vrienden.
Aan haar deez' dronk gebragt,
Die t'huis met trouwe liefde
Mijn wederkomst verwacht.
Haar donker oog is schittrend
Haar houding rijzig, fier;
Haar zwarte lokken golven
Om 't hoofd in rijken zwier."