mwwww BELEG VAN SLUIS. 299 en moeten slechts in overeenstemming worden ge- bragt, dat niet onmogelijk is. Bij dit volslagen gemis van oorkonden in liet stede lijk archief zelf, erlangen intusschen alle kleinere of verspreide aanteekeningen eene verhoogde waarde, en meen ik de aan- en opmerkingen, naar aanleiding van het door mij gestelde, aan de in ons jaarboekje be langstellenden niet te mogen onthoudenof het soms én hen, én anderen mogt kunnen bewegen mij, eer ik het verhaal voortzet, in het belang der lezers, me de te deelen wat ter hunner kennis is gekomen aan gaande deze merkwaardige belegering, voor zoover dit niet in reeds uitgegevene werken wordt aangetroffen. Ter aanvulling, opheldering of verbetering van het vroeger medegedeelde, zijn, 't zij aan den redacteur, 't zij aan mij zeiven, belangrijke aanteekeningen ge zonden inzonderheid door de ijverige navorschersde heeren van Dam van Noordeloos, te Rotterdam, en J. van Dale, te Sluis, van welke bij dezen dank baar gebruik wordt gemaakt. Die des laatsten zijn ontleend uit de rekeningen der stad Sluis over de jaren 1585, 1586 en 1587, en hebben dus de waarde der nieuwheid, vermits ook Meesters ze ongebruikt heeft gelaten. De meesten strekken ter betere bekend making van die kloeke mannendie hier een' zwaren strijd tot het uiterste hebben volgehouden. Wij willen met dezen aanvangen. Jhr. Arend van Groene velt. Het door mij, omdat ik hem en zijn geslacht vrij bekend achtte,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 373