BELEG VAN SLUIS. 303 Hst hiei blijkende(bi 1 va.11 Groenevelt een ijve rig aanhanger der partij van Leycester was, wordt versterkt door hetgeen de heer van Dale schrijft: Reeds in Pebruarij 1587 ontmoeten wij jhr. Arend van G. op reis naar Londen, alwaar hij tot het einde van Maartzoo niet tot in het begin van April vertoefde om aan den grave van Leycester te kennen te geven den soberen staat der voorzeide stede en garnizoene van dien." Alles schijnt aan te duiden, dat men nog al Leycestersgezind was. In April 1586 zien wij ook den gouverneur, met den Sluizenaar Philippus de Witte, te "Vlissingen bij Sidney." Ik heb dus blz. 168 bij de Maulde en Herau- gière niet zonder grond gezegd, dat eene deelne ming aan het plan van Adolf van Meetkerke (den vader) zich in een verdediger van Sluis in 1587 zeer wel verklaren laat." De geest des bevelheb bers had zich aan zijne officieren medegedeeld. Jhr. Nieolaas de Maulde, gezegd Mansard. Eene aanmerking van van Dale doet mij ziendat ik bij dezen eene vergissing heb begaanofschoon ik (loor van Meteren en Bor beter onderrigt was. In plaats van Nieolaas heb ik hem Lodewijk ge noemd, omdat de acte tot capitulatie van 5 Augus tus was geteekend Loys de Maulden. Beide namen hadden moeten vermeld worden. „Tot op het einde van 1586 (zoo schrijft van Dale) was kapitein te Sluis jhr. Leon de Maulde, broeder

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 377