BELEG VAN SLUIS.
305
nant van dén gouverneur van Groenevelt in 1585
overleed, kort na zijn vader Jan, ontvanger dei-
generale middelen enz. te Sluis, bleek het, dat hij tot
zijnen erfgenaam had benoemd Jaques de Brouc-
sault. Bedrieg ik mij niet dan behoorde het geslacht
van Heede te Sluis te huis." 11"jj mogen den
héér van Dale voor die opmerkhig dank zeggen.
Zoo de van Heede's al niet Oorspronkelijk te Sluis
te huis behoordenzal men hen toch moeten zoeken
te Aardenburg of in den omtrek. Tien jaren geleden
gaf mr. van Vollenhoven in het lieht het dagboek
van Willem de Groot, betreffende het verblijf van
zijnen broeder Hugo op LoeveStein. In dat werkje
wordt op blz. 57 iii de aanteekeningen medegedeeld
een brief van prins Maurits aan zekeren kapitein de
Chantraine dit Bro.iixaui, en zegt de uitgever:
Wie deze kapitein de Chantraine is, heb ik niet
kunnen ontdekken. - Alleenlijk is mij gebleken,
dat dit geslacht in Vlaanderen te huis behoort."
't Historisch Genootschap te Utrecht heeft in 1851
eenigc lichtstralen medegedeeld. In deszelfs Kronijk
7de jaarg.bl. 376, treffen wij ten deze ophelderingen
aan, die ons evenwel altijd verplaatsen in de 17de
eeuw, toen er in 1620 twep kapiteinen waren, beiden
genoemd Jaques de Brouxaulx, beiden ter repar
titie van Zeelanden enkel onderscheiden als den
ouden," en den jongen." Dat d.e vendrig van 1585
in 1619 nog kapitein was, en dat men eerst toen,
d. i. 11a, zijn dood in consideratie van den langen
ende getrouwen diensten, den lande gedaen in groot
20