306 BELEG VAN SLUIS.
gevaer ende perikel van. zyn levenzyn nage-
laten zoon Filips van Cautteraine diet Brouxault
toelegdegelijk hem toegelegd werdeen soldaets
paye van 12 gulden ter maent van 42 dagen onder
de nagelaten comp. van wylen zyn vader," is niets
nieuws, maar alleen eene kleine bijdrage voor het sic
vos non volis. De Brouesaults zijn sedert opgelost
in de Waehtendoncks de Mauregnaults de
de Famars enz.; doch zonder afstand te doen van
de vroegere bezittingen op oud-vlaamschen bodem.
Onder den kapitein de Brouesault-, van 1587,
diende destijds, volgens de opgave van van Dale,
nog in Januarij, de edelman Adriaan Yerstrate,
dien ik niet nader weet aan te duiden.
Kapitein Hendrik de Potter, niet door mij ge
noemd onder de verdedigers van Sluislagvolgens
de aanteekening van van Dale, reeds in 1578 te
Sluis in bezetting, en vertrok van daar in 1584
met Heraugière en de Schotten, naar Bergen op
Zoom en Lillo; maar keerde met zijne beide broeders
injl586 terug naar Sluis en bleef er gedurende het
belegwant van zijne persoonlijke tegenwoordigheid
te dien tijde, immers tot April 1586, zijn blijken
voorhanden.
Kapitein John Patt is door mij genoemd, op bl.
164, onder de moedige aanvoerders der Engelsche
hulpbenden. Volgens van Dale was hij ook in April