52
NAPOLEON IN DEN FOLDED,
eenige generaals en andere heeren in de voorvloer
stond, toeriep: mijnheerhier heb je ook een brok
je, je moet er evel ook eens van proeven, 't is zoo
'lekker"; terwijl, toen die heer dit niet aannamhij
hervatte: toe maar mijnheer, je moet niet beseheemd
wezen, ik lust niet meer". Men beseft ligt, dat
alle pogingen om er van te doen gebruiken schipbreuk
leden. Napoleon glimlachte bij dat alles zeggende
voila 1' homme comme il doit être". Yerder wilde
de keizer wel eens van den boer weten, of hij dien
magtigen persoon wel eens meer gezien gehadom
dat hij gemeend had, dat hij hem dadelijk bij het
binnentreden herkende. De boer zeide hierop: ik
docht wel dat ji et wer, om dat ik zag, dat ieder
tegen jou en ji tegen niemand je complement meekte,
ook zou ik je wel ekonnen e'n, omdat je in min
hiius hangt met je wuf er bi". Napoleon gat
lagehende te kennendat het hem genoegen deeddat
hij en zijne vrouw in des landmans huis hingen, met
den wensch om die afbeeldingen eens te mogen be-
zigtigen. Daartoe geleidde de boer den keizer en de
keizerin naar eene nabij gelegene kamerwaar de por
tretten hingen, welke, zoo als men wel begrijpen
kan, niet van de fraaiste waren. Napoleon nam
een lorgnet om ze eens goed te bezigtigen; keek
eerst naar het zijnebij hetwelk hij bijna schaterde
van lagchener bijvoegende„je suis diablement
bien portraitté la." Daarna naar dat van zijne vrouw
maar dit viel hem bitter tegendewijl het niet zijne
bij hem staande vrouw, maar Josephine was. Bij